Boetes voor mensen die drugs gebruiken, de eeuwige terugkeer van een vals goed idee

Wanneer problemen die te maken hebben met druggebruik voortdurend in de actualiteit zijn, gaan er regelmatig stemmen op om mensen die drugs gebruiken harder te bestraffen, met boetes waarvan het voorgestelde bedrag soms indrukwekkende proporties aanneemt. Deze voorstellen komen van alle drie de machten van de Staat. Op wetgevend vlak stelde een politieke partij, in het kader van de uitbreiding van het toepassingsgebied van de gemeentelijke administratieve sancties, in 2022 in de Kamer voor om wie op heterdaad betrapt wordt op drugsbezit te bestraffen met een boete van maximaal 350 euro. Op rechterlijk vlak veralgemeenden de procureurs-generaal, eveneens in 2022, via een omzendbrief het opleggen van boetes of “onmiddellijke transacties” voor een bedrag tot 300 euro voor het bezit van kleine hoeveelheden drugs in het kader van festivals. Ten slotte stelde een minister van de uitvoerende macht, in de beroering die is ontstaan door een tragedie naar aanleiding van een afrekening in het criminele milieu, onlangs voor om nog harder op te treden door boetes tot 1000 euro op te leggen aan gebruikers die betrapt worden.

Met vermoeidheid, teleurstelling en bezorgdheid nemen de Belgische koepelorganisaties van de drugs- en verslavingssector kennis van deze voorstellen. Wetenschappelijke literatuur en een korte terugblik op de geschiedenis van de drugsrepressie tonen immers aan dat repressie van mensen die drugs gebruiken, hoe heftig die repressie ook, nooit het minste gewenste effect had, noch op die gebruikers, noch op de bredere samenleving. Het druggebruik neemt toe en sancties, van welke aard dan ook, maken het leven van de mensen die gebruiken, van wie sommigen zich al in een precaire situatie bevinden, nog complexer. Uiteindelijk hebben dergelijke sancties meer weg van een gratuite straf of van een pesterij dan van maatregelen om de situatie te verbeteren. Er is nochtans een alternatief, namelijk om gebruikers die dat nodig hebben, door te verwijzen naar vroegtijdige interventie en dus naar zorg. Dit is efficiënter dan bestraffing en bovendien gunstiger voor de volksgezondheid. Dit zou een concrete en doeltreffende aanwending van middelen zijn.

De beperkingen en averechtse effecten van boetes als repressief instrument zijn gekend. Ten eerste zijn deze discriminerend, omdat boetes
zich voornamelijk richten op mensen die op de openbare weg worden tegengehouden. Boetes raken dus vooral daklozen en/of mensen zonder papieren, en jongeren uit kansarme milieus, vooral uit etnische minderheden. Dit zijn dezelfde mensen als die reeds aan verscherpte politiecontroles worden onderworpen. Ondertussen worden andere gebruikers, die even talrijk maar meer bevoorrecht zijn en die thuis gebruiken, met rust gelaten.

Ten tweede kan men vaststellen dat onmiddellijke geldboetes, waarbij geen beroep wordt gedaan op justitie, naargelang de gemeente of het gerechtelijk arrondissement op zeer uiteenlopende wijze worden toegepast. Afhankelijk van de plaats waar iemand wordt aangehouden, kan die persoon totaal anders worden behandeld voor identieke feiten, wat in strijd is met het in de Grondwet vastgelegde gelijkheidsbeginsel en een grote rechtsonzekerheid teweegbrengt.

Ten slotte stigmatiseert het bestraffen van druggebruik mensen die gebruiken als criminelen. Nochtans heeft de meerderheid van mensen die drugs gebruiken zelf geen problemen en veroorzaken ze er ook geen. Het is dan ook onduidelijk welke reële wandaad een boete in hun geval zou bestraffen. Mensen die kampen met middelenmisbruik of verslaving moeten vooral worden ondersteund, begeleid en verzorgd in plaats van financieel te worden gestraft, of erger. Misbruik of verslaving is nooit een keuze, maar een symptoom van andere psychologische en/of sociale problemen. Wanneer iemand struikelt op zijn of haar levenspad, is het niet de rol van de staat om hem of haar nog dieper in de problemen te duwen. Sanctie en zorg zijn wezenlijk tegengesteld, en het eerste belet het tweede. De koepelorganisaties vragen al lang dat druggebruik wordt beschouwd als een volksgezondheidskwestie en niet als een misdrijf dat onder de bevoegdheid van de ministeries van Binnenlandse Zaken of Justitie valt. Het is tijd dat ze gehoord worden.

Het wordt ook tijd dat de verschillende overheidsinstanties zich scharen achter de politieke intentie die al tientallen jaren formeel klinkt, in plaats van zich te laten meeslepen door emotionele reacties en de waan van de dag. Naar aanleiding van parlementaire commissies over dit onderwerp stelt het regeringsdiscours sinds het einde van de vorige eeuw dat sancties voor druggebruik in bepaalde gevallen nuttig en noodzakelijk kunnen zijn, maar alleen als laatste redmiddel, wanneer alle andere instrumenten hebben gefaald [1]. Ook in het huidige regeringsakkoord staat dat de nadruk moet liggen op preventie en schadebeperking van druggebruik. Toch gooien beleidsmakers bij de minste gebeurtenis hun eigen goede voornemens over boord, wijzen ze de gebruiker met de vinger en geven ze sancties voorrang als eerstelijnsrespons.

Ten slotte wordt het onhoudbaar om de last van het falen van het repressieve drugsbeleid op de schouders van de gebruikers te blijven leggen, nu zelfs de Verenigde Naties in hun officiële standpunt lidstaten aanbevelen om gebruikers niet langer te bestraffen en om het bezit van drugs voor persoonlijk gebruik te decriminaliseren [2]. Het is tijd om een einde te maken aan de overdaad aan repressie, die voortvloeit uit de paniek om het gefaalde drugbeleid. En om in plaats daarvan na te denken over een rationeler beleid. Na de decriminalisering van “misdaden” zoals overspel of landloperij zou het een humane beslissing zijn om ook gebruikers van legale zowel als illegale drugs te beschouwen als mensen die gedrag vertonen dat ieder van ons zou kunnen vertonen, en niet als zondebokken die moeten worden verstoten.

[1] Zie onder andere: Beleidsnota van de Federale Regering in verband met de drugproblematiek, 19 januari 2001.
[2] United Nations system common position on drug policy, Chief Executives Board for Coordination, 18/01/2019, Annex I, p. 14 : « […] To promote alternatives to conviction and punishment in appropriate cases, including the decriminalization of drug possession for personal use […] ».

Informatie over Drugs en Alcohol (iDA vzw) verenigt de drie Belgische koepelorganisaties van de verslavingssector. VAD telt 79 leden, FEDITO Wallonne heeft er 51 en FEDITO BXL 28. Alle drie onderschrijven zij de hierboven uiteengezette standpunten.